De werking van EDTA
Behalve het vermogen complexen met metaalionen aan te gaan, beschikt EDTA over een combinatie van eigenschappen die het geschikt maken voor therapeutisch gebruik.
Deze zijn:
- oplosbaarheid in water: het zal zich niet afzetten op de vaatwand;
- ongevoeligheid voor metabolisme: er zijn in het lichaam geen stoffen aanwezig die het EDTA of de gevormde complexen afbreken;
- kleine moleculaire omvang: hierdoor kan het door de nieren uitgescheiden worden;
- een optimale chelerende activiteit bij de pH-waarden in het lichaam.
Toegediend in het vaatstelsel zullen de EDTA-ionen complexen aangaan met vrije of los gebonden metaal-ionen. Deze complexen worden via de nieren afgevoerd.
EDTA en zware metalen
EDTA bindt allereerst de in de weefsels opgehoopte zware metalen. Deze kunnen door inademing of voeding in het lichaam terecht zijn gekomen en zijn doorgaans giftig. De vorming van een complex met EDTA houdt op zich al een ontgifting in. Het metaalion wordt Ingekapseld, en kan geen schadelijke invloed meer uitoefenen. Via de nieren verdwijnen de metalen definitief uit het lichaam.
Overigens wordt na een chelatiebehandeling een aantal voor het lichaam wel noodzakelijke metalen, de zogenaamde sporenelementen, door middel van tabletten weer aangevuld.
Het verwijderen van giftige zware metalen is de eenvoudigste, en historisch gezien ook de eerste toepassing van chelatietherapie.
Werkzaamheid van EDTA tegen aderverkalking
Het bestrijden van aderverkalking (atherosclerosis) met behulp van EDTA is een ingewikkelder proces. Het wordt wel eens vergeleken met het ontkalken van een koffiezetapparaat: zoals de kalkaanslag in azijn wordt opgelost, zo zouden de kalkcomplexen in de aderen opgelost en uitgescheiden worden door het aan azijnzuur verwante EDTA. Deze analogie geeft echter een onjuist beeld van wat er in werkelijkheid gebeurt.
EDTA bindt metaal-ionen, in dit geval calcium-ionen, uit het bloedplasma en voert deze uit het lichaam af. De calciumconcentratie van het bloed wordt echter door bepaalde hormonen op peil gehouden. Zakt nu de normale concentratie, dan treden deze hormonen in werking om de balans te herstellen.
Calcium-ionen worden aan de cellen van de vaatwand onttrokken, waardoor een aantal degeneratieve processen in de cellen gekeerd wordt. Let wel: bij dit alles komt er geen EDTA in de cellen. Het cheleert slechts de in het bloedplasma opgeloste ionen en wordt binnen 24 uur door de nieren afgevoerd.
EDTA en enzymsystemen
Chemische reacties in de cellen vinden plaats met behulp van een groot aantal verschillende enzymen, katalysatoren die zich tijdelijk kunnen binden aan een beperkt aantal substraten, aangevoerde Voedingsstoffen. De meeste enzymen in het lichaam hebben om te kunnen functioneren een zekere hoeveelheid van bepaalde metaalionen nodig. Deze werken op verschillende manieren met de enzymen samen. Bij een groot aantal is het werk?zame metaal magnesium.
Omdat het calcium-ion op het magnesium-ion lijkt, kan dit in geval van een overmaat aan calcium het magnesium vervangen. In dat geval vervalt de werking van het enzym in kwestie geheel of gedeeltelijk. Het gevolg is een verminderd functioneren van de cel. Door indirect via de celwand calcium aan de cellen te onttrekken wordt de calcium-magnesiumbalans hersteld, waardoor de buiten werking gestelde enzymen hun taak weer kunnen hervatten.
De meeste enzym-substraat-reacties zijn evenwichtsreacties: de producten kunnen door het enzym weer omgezet worden in het substraat. Bij een overmaat aan calcium-ionen wordt deze omgekeerde reactie onmogelijk gemaakt doordat bepaalde producten neerslaan met calcium. Deze vormen de complexen die zich tussen de cellen ophopen en een bestanddeel van de zgn. Plaque vormen, de verdikkingen van de vaatwand die typerend zijn voor aderverkalking. EDTA kan dit schadelijke proces positief beïnvloeden door de calciumovermaat weg te nemen. De enzym-substraat-reacties worden weer omkeerbaar. De natuurlijke balans wordt hersteld, terwijl geen nieuwe calciumcomplexen meer gevormd worden.
EDTA en intracellulaire membranen
De membranen van celdeeltjes als mitochondria en lysosomen zijn onderhevig aan afbraak door zogenaamde Vrije radicalen, zeer reactieve moleculen of, in dit geval, ijzer- en koperionen. EDTA cheleert deze metaaldeeltjes weg, waardoor de celdeeltjes weer optimaal kunnen werken.
Mitochondria zijn de energiecentrales van de cel: de in de mitochondria aanwezige enzymcomplexen zetten de chemische energie van de voedingsstoffen om in andere vormen van energie. Ook handhaven de mitochondria de balans tussen de verschillende aanwezige metaalionen.
Effect van EDTA op de rode bloedlichaampjes
Globaal hetzelfde vindt plaats in de rode bloedlichaampjes (erythrocyten). Dit zijn in feite ook een soort cellen, en zij zijn net als de cellen van de aderwand aan degeneratieprocessen onderhevig. Dit heeft zijn weerslag op de elasticiteit: door een verstoorde calciumbalans verharden ze, en kunnen ze niet meer door de fijnste haarvaatjes stromen.
EDTA heeft (weer indirect, want het kan niet in de bloedlichaampjes komen) hetzelfde effect als op de cellen van de aderwand: met name het herstel van de werking van de mitochondria zorgt ervoor dat de bloedlichaampjes weer soepel worden. Het gevolg is een betere doorbloeding van de weefsels.
Effect van EDTA op bloedplaatjes (trombocyten)
Bloedplaatjes (trombocyten) spelen een rol bij de stolling van bloed, en het herstellen van beschadigingen van de vaatwand. Bij een verstoorde calciumhuishouding in het bloed kan dit proces uit de hand lopen: bloedplaatjes klonteren te hevig samen. Hierdoor verslechtert de doorbloeding van de vaten en ontstaat kans op een trombose.
Bij het samenklonteren veranderen de bloedplaatjes sterk van vorm: normaal zijn ze schijfvormig, nu vormen ze lange uitlopers. Via een nog niet geheel begrepen proces herstelt EDTA de normale vorm van de bloedplaatjes, waardoor het samenklonteren stopt, en in het algemeen de toegenomen neiging tot stollen van het bloed vermindert.
Erkenning van EDTA
Na een aantal jaren van explosieve groei in de Verenigde Staten volgt in 1962 een gevoelige slag voor de therapie. Een (overigens zeer terechte) aanscherping van de federale wet op de medicijnen in 1962 vereist voor elk te registreren medicijn een groot zogenaamd dubbel blind onderzoek. Bij een dergelijk onderzoek krijgt een grote groep pati?en een bepaald medicijn toegediend (in dit geval dus een chelatie-infuus), en een controlegroep een placebo. Het onderzoek moet over langere tijd gespreid zijn om alle effecten uitputtend te kunnen evalueren.
Een fabrikant die de enorme kosten van een dubbel blind onderzoek op zich zou nemen, zou daarna niet de garantie hebben van het alleenrecht op de verkoop. EDTA wordt in de Verenigde Staten niet als geneesmiddel geregistreerd.
Voor veel artsen, ook in Europa, vormt dit een reden om zich niet in de voors en tegens van chelatietherapie te verdiepen. Zij nemen het zekere voor het onzekere, en dat is niet onbegrijpelijk: niet iedereen heeft de behoefte een pionier te zijn.
Een arts die chelatietherapie toepast is door eigen onderzoek tot de conclusie gekomen dat zijn patiënten hier belang bij hebben. Hij neemt hiermee een extra verantwoordelijkheid op zich: zouden er tijdens een chelatiebehandeling complicaties optreden, dan is hij des te meer persoonlijk aansprakelijk: hij past immers een niet regulier erkende behandelwijze toe
Al meer dan dertig jaar lang heeft algemene erkenning van chelatietherapie nu op zich laten wachten. Daar komt misschien verandering in. Een continu toenemend aantal artsen past nu chelatie toe, met name in de Verenigde Staten. Daar is men door hun inspanningen alsnog een lange termijn dubbel blind onderzoek zal beginnen. De eerste resultaten hiervan zullen te zijner tijd bekend worden gemaakt.
Het blijft natuurlijk de vraag hoe de medische wereld zal reageren op een positieve uitslag voor de chelatietherapie. Wetenschappelijke erkenning hoeft niet automatisch tot grootschalige toepassing te leiden. Bij velen kan scepsis blijven bestaan over de effectiviteit van chelatie in vergelijking met andere behandelwijzen.
Het effect van erkenning zou echter wel kunnen zijn dat artsen, die vooralsnog niet onwelwillend tegenover chelatie stonden, maar huiverig waren het te propageren, de therapie als een alternatief aan hun patiënten zouden gaan aanraden.
EDTA en wetenschap
Het beoordelen van de effectiviteit van een geneeswijze is een van de moeilijkste wetenschappelijke problemen. De patiënt, om wiens welzijn het natuurlijk begonnen is, zal altijd een storende factor blijven bij een objectief onderzoek.
Hoe zou een goed onderzoek naar de werking van chelatie met EDTA tegen aderverkalking er uit moeten zien?
Allereerst is een grote groep patiënten nodig die van voor het begin tot aanzienlijke tijd na de behandeling moet worden gevolgd. Door het percentage spontane genezingen in de gangbare praktijk met het percentage genezingen door chelatietherapie in een groot onderzoek te vergelijken kan men conclusies over de werkzaamheid trekken. Een verandering in de toestand van de patiënt moet meetbaar zijn. Minder pijn of langer kunnen lopen zijn subjectieve gegevens: de pijntolerantie kan in de loop van het ziekteproces vergroot zijn, de wil om grotere inspanningen te verrichten eveneens. Nu zijn er meetmethoden (bijvoorbeeld het doppleronderzoek) maar deze hebben als nadeel dat ze te weinig precies zijn om zeer kleine veranderingen te meten. Hier kan echter de statistiek uitkomst brengen: onderzoekt men een zo groot mogelijke groep, dan worden de gemiddelde gegevens betrouwbaarder. Tenslotte moet worden uitgesloten dat een eventueel heilzaam effect van chelatietherapie te danken is aan andere factoren dan het chelatieproces. Hiervoor is een grote controlegroep nodig, die, zonder dit te weten, infusen zonder EDTA toegediend krijgt, onder precies dezelfde omstandigheden als de groep die infusen met EDTA krijgt.
Slechts bij een dergelijk groot opgezet dubbel blind onderzoek worden subjectieve factoren geminimaliseerd. Zo’n onderzoek zal nu in de Verenigde Staten beginnen.
EDTA en onderzoek
De Amerikaanse arts Theodoor Rozema, bestuurslid van de International Board of
Clinical Metal Toxicology, heeft als één van de voorvechters van chelatietherapie recentelijk bij de Amerikaanse overheid succesvol bemiddeld om een fonds van
30 miljoen U.S. dollar ter beschikking te laten stellen om zo’n grootschalig onderzoek, dat waarschijnlijk 5 jaar in beslag zal nemen, te sponsoren. De eindresultaten hiervan zouden tot erkenning van de chelatietherapie kunnen leiden.
Uit: “American College for Advancement in Medicine” van 6 en 7 november 2002:
The “National Center for Complementary and Alternative Medicine” (NCCAM) and
“The National Heart, Lung, and Blood Institute”(NHBLI),components of the National Institutes of Health have launched the first large-scale clinical trial to determine
the safety and efficacy of EDTA chelation therapy in individuals with coronary
artery disease, the leading cause of death for bothh men and women in the United States.The 5-year Trial To Assess Chelation Therapy (TACT) will involve over 2,300 patients at more than 100 research sites across the country.
Het “National Center for Complementary and Alternative Medicine” (NCCAM) en “The National Heart, Lung, and Blood Institute”(NHBLI),onderdeel van de National
Institutes of Health hebben het eerste grootschalig klinisch onderzoek gelanceerd om de veiligheid en doeltreffendheid van EDTA chelatietherapie vast te stellen bij individuen
met aandoeningen aan de hartslagader: de belangrijkste doodsoorzaak voor zowel mannen als vrouwen in de Verenigde Staten.
Het 5-jarig onderzoek zal worden gedaan bij meer dan 2300 patiënten in meer dan 100 onderzoeksplaatsen over het hele land.
Zouden wij in de tussentijd moeten stoppen met chelatietherapie? Ik meen van niet.
Er zijn over de chelatietherapie reeds veel onderzoekingen met positieve resultaten beschreven. Deze berusten weliswaar nog niet op dubbel blind onderzoek, maar wel
op andere statistische resultaten. Indien ik bovendien de resultaten van chelatietherapie in mijn eigen praktijk bezie, dan blijkt dat het merendeel van mijn patiënten zich
door de therapie beter voelt. Ik neem daarbij effecten waar die slechts kunnen duiden op een terugdringing van het aderverkalkingsproces.
Daarom ga ik er van uit dat de uitslagen van het dubbel blind onderzoek de werkzaamheid van chelatietherapie tegen aderverkalking zullen bevestigen. Tot die tijd zal ik de chelatietherapie in het belang van mijn patiënten op eigen verantwoording blijven toepassen.
Contra-indicaties van EDTA
De eventuele schadelijkheid van EDTA heeft met name betrekking op de nieren. Een slechte nierfunctie vormt daarom een relatieve contra-indicatie.
Andere, zeldzamere contra-indicaties zal de arts met u bespreken.