Documentatie bron: “De houdbare mens” | prof. dr. J.G. Defares – 2014
Op 27 maart 2013 verscheen in het toonaangevende vaktijdschrift van de American Medical Association, de JAMA, uitslag van het door het door de overheid gefinancierde dubbelblinde onderzoek over de werkzaamheid van chelatietherapie (de zgn. TACT study), met als eindconclusie dat chelatie werkzaam en volledig veilig is. Het TACT onderzoek heeft 10 jaar geduurd en 30 miljoen dollar gekost. (JAMA, 309, 1241, 2013).
Hiermee is voor eens en altijd de werkzaamheid van chelatietherapie wetenschappelijk bewezen en bevestigd.
Medicijnen, stents of chelatie?
Negen van de tien hartpatiënten die chelatietherapie ondergaan hebben geen medicijnen meer nodig en komen niet meer voor een stent of bypass in aanmerking. Aangezien medicijnen niet genezen, maar alleen de symptomen bestrijden en stents en bypass geen dag toevoegen aan de levensverwachting, terwijl chelatietherapie in 90 procent van de gevallen de patiënt zonder risico klachtenvrij maakt en de doorbloeding normaliseert kiezen veel hartpatiënten (inclusief artsen) voor chelatietherapie, een behandeling die geneest en niet slechts symptomen onderdrukt.
Bij chelatietherapie wordt in een 500 cc infuus 3 gram EDTA toegediend. Dit is een lichaamsvriendelijke stof die in zijn molecuul vier azijnzuur moleculen bevat. De werking is complex maar in lekentermen werkt het als azijnzuur bij het verwijderen van kalk uit uw koffiezetapparaat.
Het verwijdert de kalk neerslageen uit de vaatwand bij aderverkalking, maar niet de kalk uit de botten of tanden.
Het verwijdert ook de overtollige kalk uit de lichaamscellen, waardoor de energieproductie weer optimaal wordt. De meerderheid van de mensen sterft aan de gevolgen van aderverkalking (hartinfarct, beroerte, etc.). Chelatietherapie maakt de slagaderen schoon en werkt zowel preventief (voorkomt hartproblemen, etc.) als curatief.
Via de nieren wordt de overtollige kalk, gebonden aan EDTA, verwijderd. Volgens toxicologische gegevens is EDTA veiliger dan aspirine. EDTA = Ethyleen-Diamino-Tetra-Azijnzuur (tetra = vier).
Historische achtergrond
Chelatietherapie, het per infuus toedienen van de (veilige) stof EDTA ter verbetering van de doorbloeding bij vaatvernauwing, werd in de tweede helft van de vijftiger jaren ontwikkeld door Amerikaanse cardiologen, onder wie de nestor Professor Norman Clark. De zeer gunstige klinische resultaten (succespercentage 90 procent) werden gepubliceerd in toonaangevende reguliere medische vakbladen, waaronder The American Heart Journal. De behandeling verwierf FDA-goedkeuring onder de voorzichtige ambtelijke formulering: ”Waarschijnlijk effectief tegen aderverkalking.”
Chelatietherapie is ook thans nog de meest effectieve en veiligste behandeling bij hart- en vaatziekten ten gevolge van slagadervernauwing door aderverkalking.
Zij is dus ook effectief bij etalagebenen (vernauwde vaten in de benen of buik), bij vernauwing van de slagaders en slechte doorbloeding van de hersenen.
Amerikaanse statistieken leren dat chelatietherapie circa 80 procent van bypassoperaties en stents overbodig maakt. In 1960 kwam een reactie tegen deze eenvoudige ‘wondertherapie’. De therapie was eenvoudig en kon dus door iedere huisarts worden toegepast. Te eenvoudig?
Inderdaad. Cardiologen en hartchirurgen ervoeren dit terecht als een ernstige bedreiging van hun status en inkomsten. Als huisartsen dit zouden toepassen, zou meer dan de helft van hun inkomsten
wegvallen zoals iedereen uit de succespercentages kon afleiden.
Toevallig was ik in het begin van de jaren zestig als wetenschappelijk onderzoeker (NIH senior investigator) in Harvard, waar ik nauw samenwerkte met cardiologen van het cardiovasculair centrum van het vermaarde Brigham’s Hospital. Ik was in die periode hoofd van het thorax functie laboratorium in het Academisch Ziekenhuis Groningen, waar ik onder meer voor technische zaken bij hartoperaties aanwezig was. Ik was dus vertrouwd met de wereld van cardiologen en hartchirurgen. Uit hun gesprekken bleek, dat er grote bezorgdheid was over de grote effectiviteit , gekoppeld aan veiligheid en eenvoud van chelatietherapie. De ruime toepassing van deze door de FDA (Food and Drug Administration ) gesanctioneerde methode zou ‘levensbedreigend’ zijn voor de cardiologie en hartchirurgie omdat bypass etc. een secundaire keuze zou zijn, nl. voor de 10 procent van de gevallen waarbij chelatietherapie niet voldoende aansloeg.
Het is – het klinkt ongelooflijk – een ijzeren wet in de georganiseerde geneeskunde, dat een onwelgevallige therapie, ongeacht haar merites snel van het radarscherm verdwijnt als er financiële belangen op het spel staan. Binnen enkele jaren was chelatietherapie verguisd en vergeten, een proces dat versneld werd door de omstandigheid dat het patent op de actieve stof EDTA verlopen was.
De schandelijke details van deze historische ontwikkeling, waarbij zelfs – zoals later aan het licht kwam – omkoperij door de grootste verzekeringsmaatschappij, Blue Cross, een cruciale rol speelde, documenteerde ik in mijn boek Chelatietherapie (Strengholt, 1984).
Eenzelfde scenario herhaalde zich in Nederland toen de chelatietherapie in 1982 geïntroduceerd werd. In het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde werd chelatietherapie ‘afgekraakt’, terwijl een rapport van de Gezondheidsraad (adviesorgaan voor de minister of staatssecretaris) een vernietigend advies gaf.
Dankzij het zgn. TEGENRAPPORT van de Nederlandse Vereniging van Chelatieartsen legde de toenmalige staatssecretaris voor volksgezondheid, J.P. van der Reijden, het rapport naast zich neer en eiste de installatie van een nieuwe adviescommissie. Aangezien het TEGENRAPPORT vernietigend was (het rapport van de Gezondheidsraad was een aaneenrijging van onwaarheden en halve waarheden) is een tweede rapport van de Gezondheidsraad nooit verschenen. De chelatietherapie in Nederland was gered.
Alternatief of regulier?
Chelatietherapie is van oorsprongeen ‘reguliere’ therapie, ontwikkeld door reguliere artsen (cardiologen en internisten) en gepubliceerd in reguliere medische vakbladen.
Door de omstandigheid dat zij om puur ‘politieke redenen’ uit de gunst is geraakt in de reguliere geneeskunde, geldt ze als alternatieve therapie, die niet door de verzekeraar vergoed wordt.
In het algemeen liggen de kosten van een chelatiebehandeling (minimaal 20 infusen van ruim 2 uur, 22 visites), afhankelijk van de kliniek, tussen 2500 en 3000 euro.
Eerst cheleren, dan opereren
Zoals dr. Peter van der Schaar – hartchirurg en chelatiearts – verklaart, vereist de strikt medische logica dat de hartpatiënt met een coronaire vaatvernauwing (angina pectoris), behalve in bijzondere gevallen, eerst met chelatietherapie dient te worden behandeld. De 10 procent van de gevallen, waarbij chelatie onvoldoende of niet aanslaat, komen dan in aanmerking voor bypasschirurgie of het plaatsen van een stent.
Aangezien, zoals uit de officiële statistieken blijkt, bypass en stent geen dag toevoegen aan de levensverwachting en de risico’s in vergelijking met de absoluut veilige chelatietherapie zeer hoog zijn, is de eventuele keuze van de patiënt om eerst chelatietherapie te ondergaan volstrekt rationeel.
Een langere termijn nadeel van stents is, dat restenose (weer vernauwing door lokale verdikking van de vaatwand) jaarlijks toeneemt en na 2 jaar reeds circa 5 procent bedraagt.
Succes percentages: statistisch onderzoek
De eerste statitische gegevens over de effectiviteit van de chelatietherapie werden in 1960 in het gezaghebbende vakblad The American Journal of Cardiology gepubliceerd. In het redactionele hoofdartikel werd gerapporteerd dat chelatietherapie in circa 90 procent van de gevallen bij vaatvernauwing in de benen (etalagebenen) en bij circa 85 procent van de gevallen bij kransslagadervernauwing effectief was (N.E. Clarke, Am. J. Cardiol., 6, 233, 1960).
Sindsdien zijn deze bevindingen bevestigd in tientallen onderzoekingen, waarin succespercentages tussen 85-95 procent werden gevonden. Voor een uitvoerige bespreking wil ik de lezer verwijzen naar mijn boek Chelatietherapie en naar het boek van Dr. Morton Walker The Chelation Answer (1994.). Het laatste boek (met een voorwoord van Dr. R. Atkins) is dubbel interessant, omdat Dr. Walker geen chelatiearts is, maar een medical writer, een onafhankelijke waarnemer van alles wat zich in de medische wereld in de VS afspeelt.
Statistiek is belangrijk, maar niet minder belangrijk voor de patiënt die chelatietherapie overweegt zijn de ervaringen van chelatie patiënten, de getuigenis van het individu.
Hiervan zijn er sinds de jaren zestig honderdduizenden gedocumenteerd. In de VS (cijfers Herald Tribune) ondergaan jaarlijks meer dan honderdduizend hartpatiënten chelatietherapie.
Sinds 1982 zijn er in Nederland meer dan honderdduizend patiënten
behandeld.
Chelatie is veel vaker het onderwerp geweest van tv-programma’s, maar de uitzending van Rondom Tien van de NCRV uit 1987 onder regie van Henk Mochel is volslagen uniek, want het is het enige tv-programma waarin zowel chelatiepatiënten als chelatieartsen en cardiologen aan het woord waren. Zolang geleden? Maar dat is toch ouwe koek, zult u denken. Chelatie is net als aspirine: het bestaat al meer dan 60 jaar en verandert niet. De bevindingen uit 1963 zijn nog even actueel als die uit het heden, 2014. Zeer belangrijk is ook dat de programmamaker en presentator Henk Mochel zich volledig in de materie had verdiept en in de voorbereidingsfase patiënten en artsen had geïnterviewd.
Slotwoord
EDTA chelatietherapie doet 2 dingen: het schoont de slagaders en het schoont de energiecentrales, de mitochondria. Zoals een kiwi honderden pitjes bevat, heeft een cel honderden mitochondria. In de mitochondria wordt glucose ‘verbrand’ door zuurstof en komt energie vrij. Bij het ouder worden raken de mitochondria, net als de slagaders, vervuild door calcium neerslagen. Dit verklaard tevens de buitengewone energie bij sommige hartpatiënten na chelatie: niet alleen wordt de doorbloeding van het hart genormaliseerd, maar de hartspier werkt krachtiger door de verhoogde energieopwekking.
Genezen is prachtig, voorkomen is beter. Zeventig procent van de mensen sterft aan de gevolgen van aderverkalking (zie boven). Je bent zo jong en zo oud als je vaten. Vandaar dat ik zelf preventief (‘schoonmakend’) sinds 1982 vier volledige kuren heb ondergaan en jaarlijks 6 infusen neem om mijn vaten (en mitochondria) in optimale conditie te houden.